We liepen richting het bruggenhoofd en ik zag verbaasd dat dezelfde mannen er weer zaten. Naja, ik herkende er eentje, die met het blauwe vest. Tijdens m’n verkenning de woensdag ervoor had ik hem ook gezien. Ik liep op ‘m af en zei het gewoon maar: “Hé, u was hier woensdag ook.” Verschrikt keek hij me aan, en zei weinig terug.

Zijn kompaan had wel een praatje klaar. En toen ik hem aankeek bedacht ik me dat ik hem er woensdag ook gezien had. Een man van rond de 70, best klein, redelijk doorrookt, op elke willekeurige andere plek was ik ‘m voorbij gelopen. Nu ik goed keek zag ik een schoffie in een ouder jasje, maar misschien nog steeds een schoffie.

Hij vertelde dat z’n oom nog brugwachter op de Barendrechtse Brug was geweest. Dat hij hier dus al vanaf zijn jeugd kwam. En of ik wel wist dat het duur uitziende gebouw een stukje terug niet 1 maar 3 woningen had? Voor de brugwachter en zijn twee knechten. Want die waren nodig voor de bediening van de brug.

Hij zat er met z’n vrienden van school, ik vermoed de lagere school. Er waren er de afgelopen tijd twee weggevallen. Als hij gaat, gaat hij hier zwemmen, in z’n tinnen potje. Er zijn hem al duizenden voorgegaan, maar de laatste tijd is dat minder omdat er op het Eiland van Brienenoord een officieel uitstrooiveld gekomen is.

Z’n kompaan vertelt dat ze hier kijken naar de schepen, naar vogels, naar bevers die voorbij zwemmen en zelfs herten die overzwemmen.

De wandelaars luisterden ondertussen mee naar dit spontane gesprek. Een haast magisch moment, deze ontmoeting op een bijzondere plek in het Rotterdamse ommeland.


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *